Een interessant en nieuw stukje geschiedenis van Lachappelle ontdekt, met dank aan Romek Pawluk uit Maniewicze in Oekraïne. Die stelde me een dit voorjaar een aantal vragen nadat hij via Google de twee verhalen gevonden had, die ik vier jaar geleden over de Bredase geschiedenis van de parketfabrikant geschreven heb.
Zie: | Het perfecte parket van Lachappelle | en: | ‘Een Lachappelle herken je meteen‘ |
Over de Antwerpse magnaat August Lachappelle, die fabrieken stichtte in Zwitserland, Frankrijk, Duitsland en België, voordat de ondernemende industrieel in 1904 zijn parketfabriek in het het toenmalige Teteringen liet bouwen, net ten noorden van de spoorlijn. Pas toen Teteringen, dat tot dan tot de hoek van de Wilhelminasingel en de huidige Maczekstraat reikte, in 1927 voor de eerste keer 400 hectare aan Breda moest afstaan, werd het een Bredase fabriek.
De naam Lachapellestraat hebben we dan ook aan Teteringen te danken, dat in 1924 het verzoek van August honoreerde, om de ‘Terheijdense Hoek’, na zijn zijn fabriek, ook naar hemzelf te mogen noemen. Geen idee of August een ijdele man was, en er ook om heeft kunnen lachen maar de straatnaam werd onmiddellijk een onuitroeibare Bredase grap; de ‘Lach Appel Straat’.
Maar er was dus ook nóg een fabriek in Polen. Weten we nu, met dank aan Romek Pawluk, die in Maniewicze, dat nu in Oekraïne ligt, verhalen over de geschiedenis van zijn woonplaats schrijft. Zoals ik dat graag doe over Breda en Bredase zaken, en mooi dat we elkaar via internet ontdekt hebben en met elkaar kunnen communiceren. Roman spreekt alleen Pools en Oekraiens, maar daar heeft Google Translate geen problemen mee.
| Romek Pawluk: Biuro w Antwerpii, fabryka w Maniewiczach, czyli zagadka mahoniu |
Romek ontdekte de Pools/Oekraiense geschiedenis van Lachappelle nadat hij in zijn woonplaats een lezing gegeven had over de geschiedenis van Maniewicze, of Manevitz, of Manevychi, met 122 jaar een van de jongste steden in Volhynië.
Na zijn lezing werd hij benaderd door een vrouw, die zei dat ze thuis een interessant object had: een plank uit de magazijnen van een fabriek die ooit in Maniewicze gevestigd was. Van mahonie, die peperdure en fascinerende houtsoort met die kenmerkende geur.
Met dat stukje industriele erfgoed was de belangstelling van Romek gewekt, en slaagde hij erin om de oostelijke historie van Lachappelle aan de vergetelheid te onttrekken.
‘Die geschiedenis begon in de late jaren twintig van de vorige eeuw’, aldus Romek, ‘toen Antoni Birar zijn zagerij aan August Lachappelle verkocht’. Birar was een tot Pool genaturaliseerde Armeniër. De misschien belangrijkste overweging van Lachappelle voor de deal: Maniewicze lag aan een spoorlijn met breedspoor, dus dezelfde spoorbreedte als het West-Europese netwerk. Twee of drie dagen sporen, van Polen naar Breda of Antwerpen.
Tegen de Tweede Wereldoorlog was de nieuwe fabriek van Lachappelle een van de grootste ondernemingen in de regio Volhynië. In 1937 werkten er ruim 800 werknemers (zie foto hierboven) dag en nacht in drie ploegendiensten. Net als in de andere fabrieken werden er niet alleen in massaproductie honderdduizenden vierkante meters kant en klaar parket gefabriceerd. Er werden ook allerlei verfijnde individuele bestellingen uitgevoerd, met houtsnijwerk en inlegpatronen.
De fabriek had daarvoor een hoofd design in dienst, de Poolse schilderes Wanda Gentil-Tippenhauer. Dat was een interessante figuur, in 1899 op Haiti geboren, in 1965 in Zakopane overleden. Haar vader was op Haïti in dienst bij de regering als de hoofdingenieur van Port au Prince.
Ze studeerde aan de kunstacademie in Hamburg, om net niet vermalen te worden tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze overleefde in Oekraïne en Warschau, waar ze in het geheim schilderlessen gaf. Op 28 februari 1946 ontsnapte ze zelf aan de dood, toen haar geliefde Jozef Oppenheim in hun huis bij een beroving naast haar doodgeschoten werd, en een andere kogel haar in het hoofd trof.
Zelf kwam ze dus wel de oorlog door, maar haar werk niet: alles wat ze tot dan geproduceerd had, ging in 1944 verloren tijdens de tragische opstand in Warschau. Na de oorlog zou ze opnieuw een prachtig en veelzijdig oeuvre produceren.
Daarnaast was ze gek op skiën, en was ze een van de belangrijkste promotors van de ontwikkelingen van de skisport in haar geleide Tatra gebergte, in beeld en en in geschrift. Jozef Oppenheim was toen hij vermoord werd de directeur van de ‘Tatra Mountain Ambulance Service’.
Op het graf van Wanda op de ‘Cemetery of the Meritorious’ in Pęksowy Brzyzek, Zakopane staat een vrij nieuw juweel van houtsnijwerk. Of het ontwerp ook recent is, of een kopie van iets wat ze oorspronkelijk zelf ontworpen heeft, heb ik niet uit kunnen vogelen.
Na de Tweede Wereldoorlog werden er in de regio voor de zoveelste keer nieuwe grenzen getrokken en kwam Maniewicze in Oekraïne terecht. De fabriek zou de Tweede Wereldoorlog niet overleven, maar enkele gebouwen staan er nog. Romek: ‘Na de oorlog werd het een gevangenis, die nu nog steeds als zodanig bestaat.’
De foto’s zijn door Romek Pawluk gemaakt, de oudere afkomstig uit zijn archieven.
Het kan bijna niet anders, of minstens enkele ontwerpen of elementen van de hand van Wanda Gentil-Tippenhauer moeten op de een of andere manier een weg naar de Antwerpse of Bredase fabrieken gevonden hebben. Misschien in een van de originele orderboeken die de Erik Jongmans, de Bredase parketteur en kenner van Lachappelle in zijn bibliotheek heeft staan.
Zoals Romek het in de inleiding van zijn verhaal over Lachappelle beschrijft: Verschillende plaatsen zullen altijd hun artefacten en relikwieën uit het verleden hebben. Ergens zullen het mammoetfossielen zijn, ergens anders – een fragment van een oud beeldhouwwerk, een glazen fragment van een vijfhonderd jaar oud glas-in-loodraam of een schroef van een vreemde machine uit de periode van de vroege industrialisatie.’
Of wie weet zelfs ergens in een gerestaureerde Bredase of Nederlandse Lachappelle parketvloer, een ontwerp van Wanda, als versiersel of inleg.
En natuurlijk vraag ik me af, met de 80e verjaardag van de Bevrijding van Breda voor de deur, of er misschien ook soldaten uit Maniewicze deel uitmaakten van de Eerste Poolse Pantserdivisie van Generaal Stanisław Maczek.
| Facebook: /Léon Krijnen | Facebook: /Breda | Facebook: /Oud Breda |