Krijnen.Com Krijnen.Com

Hier wordt overdag wiet gerookt

De bekeerden zijn de ergsten, zeggen we hier op de redactie wel eens. We hebben het dan over de collega’s die vroeger rookten als een schoorsteen, maar die later, ouder, grijzer en zowaar soms ook nog wat wijzer, sigaret of sjekkie afgezworen hebben. Die maken het meeste verongelijkte kabaal als er iemand even vergeten is dat er tot half zes in het grote redactielokaal niet gepaft mag worden. Hier wordt overdag niet gerookt meldt een bordje op de deur, en natuurlijk kon ik het niet laten om met een viltstift de eerste letter van het woord niet in een W te veranderen. Had je de gezichten moeten zien van de eerste rondleiding die mijn grafitti passeerde….
Je hebt ook van die koks, ik zal geen namen noemen, die jarenlang hun entréés, hoofdgerechten en desserts met allerlei overbodige grappen en frutsels hebben opgetuigd. De snobs aan tafel vonden dat prachtig, maar op een gegeven moment begon er iemand te roepen dat dàt het allemaal niet is, dat alles weer gewoon, simpel en rechttoe, rechtaan moet worden. Prompt begonnen al die witgemutste en dikbuikige chefs elkaar na te kakelen: +tok, tok, tok, terug naar af…’. Back to the basics noemen ze dat. Eenvoud siert de mens, simpele dingen werken het beste.
Op dezelfde manier ben ik de laatste weken met mijn computer bezig. Om te beginnen heb ik de Windows 95 cdrom met een nietpistool aan de trap boven mijn computer vastgenageld. Kom ik tenminste niet meer in de verleiding om die zilveren onheilsbode nog een keer in de bereidwillig opengesperde mond van de cdrom-speler te stoppen.
Daarna ben ik erin geslaagd om Linux aan het draaien te krijgen, naast een bescheiden DOS-partitie van 300 megabyte waarop ik Windows 3.11 heb geïnstalleerd om nog wat oude speeltjes aan de gang te houden. Nou ja, geslaagd, ik geef toe dat ik Linux in mijn eentje waarschijnlijk dit jaar niet stabiel gekregen zou hebben. Mijn dank aan de profeet die mij eerst zo gek gekregen heeft om eraan te beginnen en die afgelopen weekeinde elf uur lang onafgebroken heeft zitten tunen en compileren teneinde die kernel stabiel te krijgen, is groot.
Wat een kernel is? Eh, zoiets als de command.com onder DOS. Alleen is dat bij Linux een script van een paar honderd regels en dat moet je helemaal zelf afstellen en compileren. Helemaal klaar is die kernel overigens nog niet, want Linux weigert om mijn cd-rom-speler te erkennen. Of herkennen, het is maar net hoe je dat bekijkt, komt wel goed.
Maar wat dat nou allemaal met back to the basics te maken heeft? Ik geef toe dat het voorgaande een beetje verwarrend is, en dat het simplisme zijn intrede pas kan doen na de installatie. Maar nu zit ik dan toch eindelijk weer vrolijk te computeren vanaf een gitzwart scherm waar linksboven in de hoek alleen maar watchking$ staat. Dat dollarteken is mijn prompt, watchking de host-name van mijn systeem.
Computer-simplisme is bijvoorbeeld een eenvoudige terminal-verbinding maken met Compuserve, zonder al die toeters en bellen van WinCim. Dat is wat de meeste mensen willen omdat het er allemaal zo schattig uitziet, maar ik heb allang mijn buik helemaal vol van de vertragingen en vastlopers die onvermijdelijk gepaard gaan met die grafische grappenmakerijen.
Ik heb maar eens even een testje gedraaid met MiniCom. Een simpel terminal-programma onder Linux. Voor DOS’ers: lijkt wel een beetje op Telix, of Procomm Plus. Eerst een lange mail aan mezelf gestuurd, en die vervolgens twee keer opgehaald, een keer onder WinCim, een keer met Minicom. Een soort hardloopwedstrijdje zeg maar, met een uitslag die er niet om liegt.
Ach, dat WinCim al twee keer vastliep voordat ik überhaupt een verbinding had, dat heb ik niet eens meegeteld, ben ik inmiddels aan gewend. Moet je nagaan, ik weet nog niet eens hoe ik een script moet schrijven voor MiniCom, dus moet ik na het aanloggen met de hand achtereenvolgens CIS, mijn user-id, en mijn pass-word intikken, terwijl dat in WinCim door het script verzorgd wordt. En dan nog vier, vijf keer zo snel! Terwijl WinCim verwoede pogingen doet om ergens een voet tussen een deur te krijgen, heeft MiniCom allang mijn post opgehaald, en bye gezegd. Vier, vijf keer zo snel, met hetzelfde modem, en dezelfde snelheid. Moet ik nog meer zeggen? Is de paus katholiek?
Ik moet nog een hoop leren de komende weken, maanden, waaronder hoe XS te gaan gebruiken, dat is een soort mailserver onder Xwindows, hoe Netscape voor Linux aan de praat te krijgen en meer van dat soort werk. Voorlopig zit ik, de Linux Bible in de hand, stap voor stap, pagina voor pagina, mijn nieuwe koninkrijkje te verkennen. Het boek is gedrukt in een héél klein lettertje, 1596 pagina’s lang.
IK heb nog een dik doosje liggen: Linux Internet Acrhives. Zes cd-roms, zes maal zes- of zevenhonderd megabyte! Hoe lang zou het duren voordat ik er een beetje achter ben wat daar allemaal mee kan? Waar ben ik in godsnaam aan begonnen? Hoe zit dat met die editors die, als je ze opstart, niks op je scherm laten zien, niet eens een prompt. Hoe kom ik van de command-mode naar de text-mode? Mijn PC bestaat opeens uit twee, drie, vier of nog meer computers, consoles. Hoe stap ik van de een naar de ander over? Ik blijf de hele dag maar luctor mompelen, net zolang tot ik eind volgend jaar luidkeels emergo roepen kan…..
Of er de afgelopen week nog iets fout gegaan is? Die vraag krijg ik nogal eens voorgeschoteld van trouwe lezers en/of collega’s. Maar jawel, natuurlijk. Na het installeren van die DOS-partitie weigerde mijn Microsoft-muis ineens dienst. Onder windows deed-ie helemaal niks meer en onder DOS liet-ie alleen maar Chinees-Russisch zien als ik hem bewoog. Dat ding is nog geen maand oud, dus daar kan niks mis mee zijn, denk je dan. Dus zit je drie uur lang verschillende mouse-drivers te installeren en vervolgens weer te verwijderen, en kanker je weer heel wat af op Bill Gates. Dat bleek ditmaal niet terecht, toen ik ten lange leste maar eens besloot om het kabeltje van de muis te bekijken.
Aha, daar zat een klein sneetje in. Ik heb zo’n uitschuifbare soort keukenla waarmee ik mijn toetsenbord onder de monitor kan schuiven. Blijft die draad van die muis natuurlijk wel eens aan hangen, en om dat te voorkomen heb ik achterop die schuif een schroef gedraaid, en de muisdraad halverwege met zo’n handig plastic trekbandje om die schroef getrokken. Dat was om moeilijkheden vragen, want de snijkant van de schroefdraad had kortsluiting gemaakt. Gelukkig bleken zowel muis als moederboard die escapade overleefd te hebben nadat de leverancier, die doet tegenwoordig de deur met een diepe buiging open als hij me uit de auto ziet stappen, met een paar krimpkousjes de sluiting verholpen had.
Tweede hoofdbrekende grap bleek installatie-cd-rom nummer één, niet helemaal de onbelangrijkste, van de Linux Toolbox van Info Magic, het installatie-pakket dat ik als eerste opengemaakt had. De schijf zag er aan de bovenkant exact hetzelfde uit als zijn drie broertjes, maar wat er aan de achterkant ook opstond, met Linux had het niks te maken. Hij bevatte, in een windows-format, een paar honderd megabyte aan informatie over auto-onderdelen uit de jaren tachtig…..
+Heb ik ook wel eens meegemaakt met een muziek-cd’tje’, vertelde mij iemand. +Had ik de Vier Jaargetijden van Vivaldi gekocht’, dat stond ook netjes op de schijf gedrukt, maar er stond heel andere muziek op, ik geloof dat het house was, er kwam in ieder geval een hoop kabaal uit’.
Bij New Media, de importeur van de Toolbox, doen ze nooit moeilijk: +Wablief? Vreemd, nooit van gehoord, gewoon even terugsturen, krijg je meteen een nieuw pakketje+. Mooi, maar wat ik me nou afvraag: kan ik dat ding niet beter zelf houden? Misschien wordt-ie wel net zoveel waard als die misdruk van een postzegel die vorige week ergens voor een miljoen of zo geveild werd……
The Linux InterNET Archives (Yggdrasil); 6 cd-roms, – 34,50. The Linux Bible, boek en cd-rom: – 74,95. Importeur: New Media Guide 070-3817030.