Krijnen.Com Krijnen.Com

Lekker liggend werken, pratend tegen Virgil

Ik heb de afgelopen week nog maar eens een beetje lopen filosoferen over Virgil. U weet wel, en nou moet ik zelf even kijken waar die letters precies voor stonden. Het boek van Tom Clancy is inmiddels geleend door een nieuwsgierige collega, dus ik moet even in mijn pc op zoek.
Virgil dus: ‘Virtual Global Interface Link’. Ter herinnering: volgens Clancy loopt iedereen in het jaar 2010 met een Virgil op zak, een apparaatje zo groot als een pakje sigaretten. Een combinatie van een satelliet-telefoon, een GPS, een computer van 900 megaherz, met een geheugen van een paar gigabyte, een modem, een credit card scanner, een digitale video-camera, alles ‘voice-activated’.
‘Ik wil nú zo’n ding’ schreef ik, op dat moment nog niet eens wetende dat twee dagen eerder in Tokio al iets dergelijks gepresenteerd was. Een soort walkman met daarin een heuse Pentium 233, aangesloten op een virtuele bril met daarin een piepklein LCD-schermpje. Maar als je iets piep-kleins maar dicht genoeg bij je ogen brengt, wordt het vanzelf weer groot genoeg.
Overigens zijn natuurlijk alle soldaten in ‘NetForce 2010’ in een netwerkje met elkaar verbonden via hun eigen Virgils. Met een HUD in in helm. Een HUD is een ‘heads up display’, een techniek die al sinds het begin van de jaren negentig gebruikt wordt in jachtvliegtuigen. ‘Heads up’ wil zeggen dat de piloot nooit meer een blik op de klokken op het dashboard, buiten zijn gezichtsveld, hoeft te werpen omdat alle relevantie informatie op het glas van de cockpit wordt geprojecteerd. HUD’s hebben inmiddels ook hun intrede gedaan in sommige duurdere auto’s.
Waarbij Clancy overigens een in 2010 inmiddels klassiek probleem signaleert: soldaten die in het wilde weg beginnen te schieten als ze in hun HUD iets zien bewegen, hoe goed ze ook getraind zijn.
Aan dat soort dingen zat ik dus te denken, toen ik de afgelopen week op een van onze foto-systemen op de krant wéér een foto van zo’n walkman computer voorbij zag paraderen. Ik zeg niet dat ik medelijden krijg met iedereen die de afgelopen weken via allerlei pc-privé projecten een klassieke kast heeft aangeschaft, maar bij mij is het licht gaan branden. Dát is de toekomst, zo’n walkman-pc, die ik gemakshalve Virgil zal blijven noemen.
Serieus, ik zit niet te chargeren, omdat ik toevallig niet meegedaan heb aan het pc-privè-project. Ik hoor nu sommigen mopperen dat ik veertien dagen geleden iedereen wijsgemaakt heb dat een laptop een leuk ding is, zolang-ie door de baas betaald is, maar dat ik er zelf geen zou kopen: te kwetsbaar. Klopt allemaal, maar dat kwetsbaar sloeg vooral op het LCD of TFT-scherm. Dat schermpje maakt vooral bij de duurderde modellen de helft van de prijs uit, en is tevens het kwetsbaarste onderdeel.
Met een Virgil is dat anders. Omdat-ie zo klein is kunnen ze hem een lekker dik jasje van halfzacht plastic aantrekken. Daarin zit niet zoveel: een processor en een stoot geheugen die zo groot is dat er geen disks in hoeven. Verder nog een batterij, al dan niet gecombineerd met een adaptor, en wat losse elektronika. Virgil overleeft wel een stootje als je hem laat vallen. En als je op die bril met die HUD gaat zitten, is alleen die bril kapot. Ik stel me zo voor dat Virgil de enige computer is die je gebruikt en dat je hem overal mee naar toe neemt. Thuis zet je hem voor je eigen grote TFT-scherm, die via de infra-rode poort van Virgil werkt, en op je werk of in de auto kan dat ook.
Waarbij ik overigens niet eens uitsluit dat die HUD’s binnen een jaar zó goed zijn dat er helemaal geen grote schermen meer aan te pas komen. Kun je letterlijk de hele dag op je luie reet liggen te werken, pratende tegen Virgil. Op een ver en warm strand bijvoorbeeld. ‘Virgil, kijk eens even wat het weer thuis doet’. Regent het daar (hier dus) nog steeds, dan laat je Virgil even een week bijritselen bij het reisbureau, en meteen betalen bij American Express. Toekomstmuziek? Nog heel even, veel minder toekomst dan u denkt.

Nog even iets over de registratie van namen op internet. Op 1 augustus schreef ik hier over die Amerikaan die zijn domeinnaam altavista.com voor drie miljoen gulden aan Compaq verkocht had, zodat die zoekmachine zich eindelijk gewoon AltaVista inplaats van AltaVista.Digital.com kon noemen. Terwijl die Jack Marshall intussen, mag ik aannemen, zonder een Virgil aan het rentenieren is begonnen, blijkt Compaq nog lang niet van alle luizen in zijn pels af.
Maakt u om te beginnen maar eens express een tikfoutje als u naar AltaVista wil, en vergeet die V gewoon. Blijkt er ineens een zoekmachine te bestaan die altalista.com heet, terwijl er ook een grappenmaker is die HastaLaVista geregistreerd heeft.
Maar er is ook nog een seksboer die sneller is geweest dan Digital en Compaq. Die heeft het adres www.alta-vista.com ingepikt, met een streepje ertussen dus, en biedt daar, achter een zwarte voorgevel, ruige seks in verschillende variëteiten aan. Compaq zegt het te verdommen om ook die seksbaas drie miljoen te gaan betalen, en bekijkt wat er juridisch mogelijk is.
Intussen spelen zich zowel links als rechts van de Atlantische Oceaan de nodige gevechten af over wie er nou eigenlijk de baas is over internet, en wie het laatste woord over domeinnamen heeft. Er is een kansje dat het geruzie over domeinnamen binnenkort verstomt door de nieuwste browsertechnieken, waarmee Netscape en Microsoft begonnen zijn: ‘smart browsing’.
Ik krijg het fijne van die gang van zaken hier niet in kort bestek uitgelegd, maar het komt op het volgende neer. De grootste browserboeren beginnen met eigen data-bases aan te leggen waarmee ze traditionele domain-name-servers, zeg maar de verkeersagenten en telefonistes van het web, kunnen kortsluiten. Met die techniek tikt u bijvoorbeeld ‘bndestem’ in uw browservenster en zonder dat de name-servers eraan te pas komen, wordt u rechtstreeks naar het IP-nummer van BN/DeStem geloodst. Of zoiets. Zodra ik er zelf meer van begrijp, kom ik er nog een keer op terug.