Zij, zichzelf kennelijk half medicus achtend, die mij een paar jaar geleden bezworen dat ik vroeg of laat ook aan de beurt zou komen, hebben nog steeds hun gelijk niet gekregen. Afkloppen, maar ook het tamelijk alarmerende artikel, een paar weken geleden op onze gezondheidspagina’s, lijkt aan mij niet besteed te zijn.
Het zal misschien allemaal pure mazzel zijn, en wat mij betreft houden we het daarop, maakt me niet uit. Ik tel mijn zegeningen en ik werk gewoon door: nog steeds geen last van een Repetitive Strain Injury (RSI), ook niet van het Carpal Tunnel Syndrome (CTS), geen muis-arm, -hand of -pols.
Terwijl ik toch hoog in de top-tien van de doelgroep van die alarmerende verhalen moet staan. Ga maar na: ik zit minstens tien uur per dag met een muis in mijn handen. Ik geef toe dat de verleiding groot is om hier iets lolligs achteraan te tikken, maar ik hou me in, want het gaat hier om een serieus onderwerp. Een uur of acht, negen per dag zit ik op de krant te HTML’en, e-mailen, FTP’en, foto’s te bewerken, stukkies te bewerken en wat dies meer zij.
Voor het slapen gaan loop ik de boel nog even na, kijken of alles nog heel is op de website en of er misschien nog e-mails zijn die zó prangend zijn dat ze nog voor middernacht beantwoord moeten worden. Als iemand last van een versleten pols of onderarm zou moeten hebben, ben ik het wel, maar ik heb, even die muis loslaten om af te kloppen, nooit ergens last van gehad.
Het kan dus best alleen maar mazzel zijn, maar je moet het ongeluk niet zoeken. Daarom heb ik de leuningen van mijn bureaustoel precies even hoog gezet als de bovenkant van mijn bureau. Mijn elleboog rust op de leuning en de rest van mijn onderarm ligt in het verlengde daarvan horizontaal op mijn bureau.
Ik hecht weinig waarde aan spullen, maar van mijn stoel blijven ze af. D’r zitten tegenwoordig zes van die handels en/of versnellingspoken aan een beetje kantoorstoel, dus er gaat tijd overheen voordat je dat allemaal afgesteld hebt. Tot mijn misnoegen lopen er in de avonddienst collega’s rond die de merkwaardige gewoonte hebben om met stoelen te gaan leuren. Het gaat me te ver om mijn eigen stoel met een fietsslot aan mijn bureau vast te maken, maar ik heb hem wél duidelijk gemerkt. Soms zie ik dat geheime merkteken over het hoofd op dat blauw geüniformeerde gestoelte en als ik dan ga zitten, veer ik als door een redback gestoken weer omhoog.
Gètver! Waar is mijn stoel? Wat een redback is? Een piepklein spinnetje in Australië, niet groter dan een luis, maar een beet als een schorpioen en het vuurrode stipje heeft de onhebbelijke gewoonte om onder een toiletbril te overnachten.
Die goed afgestelde stoel is de helft van het voorkomen van muis-gerelateerde syndromen. De andere twee zijn een goede muis en een goede muismat. Van alles heb ik geprobeerd de laatste jaren: trackballs, touchpads, mousetrappers, muizen met één, twee of drie buttons, en ook nog eens iets wat op een kruising tussen een muis en een joy-stick leek.
De Kensington trackball heeft het nog het langst uitgehouden. Ik kocht dat ding ooit in Amerika en heb een maand of zes gedacht dat het de ware was. Het was een stevig gebouwd apparaat, ter grootte van een gemiddelde walkman, en in het midden lag een flinke witte plastic bal. Die bleek exact zo groot te zijn als zo’n Amerikaanse pool-billiard-bal, en de nummer tien stond het leukste. Ergens in een café in California poolen ze daarom waarschijnlijk nog steeds zonder een nummer tien.
Ik nam die Kensington zelfs mee op reis, hetgeen er consequent in resulteerde dat mijn koffertje open moest als het zo’n röntgen-apparaat op een vliegveld was gepasseerd. Wilden ze wel even zeker weten of het geen handgranaat was. Daarom is het ding niet uit de gratie gevallen en ook niet omdat het zo uit de toon viel bij de Toshiba, het was uiteindelijk gewoon niet je van het.
Ik gebruik nu alweer een jaar of twee de Microsoft Intellimouse en ik kan me niet voorstellen dat daar iets anders voor in de plaats zal komen. Ik kan het ook niet helpen dat de aanschaf van dat ding bijgedragen heeft aan de welstand van Bill Gates, maar er is geen muis die lekkerder in mijn hand ligt.
Da’s dus wat anders dan dat Natural Keyboard van Microsoft, want daar zal ik nooit van z’n leven mee werken. Ieder keer als ik het ding op een beurs of in een winkel tegenkom, probeer ik het een paar minuten, maar da’s dus echt niks. Ik vermoed dat als ik gedwongen zou worden om daar mee te werken, dat ik na een maand twee muisarmen en twee schele ogen zou hebben.
Maar die muis: spulletje, meneer. Een maand of wat geleden had ik mezelf voor Sinterklaas de nieuwste versie cadeau gedaan: die met het wieltje. Dat wieltje kon ik al na een paar dagen niet meer missen, zodat ik ‘s avonds, na het op de krant de hele dag mét wieltje gedaan te hebben, thuis steeds vruchteloos naar het wieltje zat te zoeken.
Dus er maar gauw eentje bij gaan halen, waarna thuis maar weer eens bleek hoe oud mijn privé-pc is: geen busaansluiting voor een busmuis. Weer twee keer op en neer naar de winkel, de eerste keer voor een verloopstukkie waarmee hij niet werken wilde en daarna nog een keer voor een officiële ‘retail’, waar een verloopstukje bijzit waarmee-ie het wel doen wilde.
Het voordeel van die duurdere ‘retail’ is dat er een boekje bijzat waardoor ik nog een paar extra interessante opties ontdekt heb. Zo blijk je met dat wieltje niet alleen te kunnen scrollen, en in Paint Shop Pro te kunnen in- en uitzoomen, maar je kunt ook op het wieltje zelf clicken. Aan dat clickje kun je vooraf weer verschillende acties toekennen.
Dit is een geniale: stel je hebt in je browser een lang document. Je zet de cursor ergens in het venster en je clickt op het wieltje in plaats van op een van de twee buttons. Ter plekke komt een klein icoontje te staan. Beweeg je de muis een paar millimeter omlaag dan begint de pagina, zonder dat je verder iets doet, vanzelf te scrollen, met een snelheid en een hoeveelheid regels die je vantevoren in hebt kunnen stellen. Scrollen met losse handen!
Onderbreken, indien nodig, doe je met een click. Het klinkt misschien ingewikkeld als u het zo leest, maar ik kan u verzekeren dat je er zó aan gewend bent en dat je die functies daarna niet meer missen kunt. Er zijn kennelijk nog meer grappen onder Windows Explorer, moet ik allemaal nog uitzoeken, maar ook in Netscape Communicator werkt alles keurig, terwijl dat zoomen in Paint Shop Pro zeer arbeidsbesparend is.
Ik weet dus nog steeds niet of het ontbreken van de mij voorspelde syndromen alleen maar mazzel is, maar ik weet in ieder geval zeker dat het niet aan mijn gereedschap ligt. Met een goede muis in de hand….
Last but not least: een lekkere muismat. Ik heb er eentje van ‘Office Data’, een hard plastic geval van een centimeter dik. Ik schat dat er niet meer dan een dubbeltje aan plastic in verwerkt zit, maar natuurlijk moet zo’n kreng drie tientjes kosten. Maakt me niet uit, door dat schuin aflopende randje aan de voorkant ligt mijn pols als een poes in zijn mandje en heb ik ook daardoor nog steeds geen muisarm. Afkloppen….