Krijnen.Com Krijnen.Com

Bewaar altijd uw garantie-bewijzen

Ik merk ineens dat ik een bescheiden jubileumpje mag gaan vieren aan het begin van deze column. Ik kwam erachter omdat ik, hetgeen uiteraard wel eens voorkomt, tien minuten geleden nog niet wist waar ik het over zou gaan hebben. Als me dat overkomt, ga ik meestal even rondneuzen in cyberspace en dan komt dat vanzelf goed, maar dat schoot ditmaal niet echt op.
Ik had nog net voor oudjaar ergens gelezen over een site die je complete Windows-pc aan de voorkant ineens als een Mac vermomt, als je daar op bezoek gaat. Dat geintje wilde ik wel eens zien, maar kennelijk had die verkleedpartij de desbetreffende server zelf ook parten gespeeld, want er kwamen louter foutmeldingen vandaan. Later nog maar eens proberen.
Daarna maar eens even een gratis proefabonnementje van een maand op Slate genomen. Volgens Francisco van Jole, en die kan dat weten als ex-schrijver, -directeur en -uitgever van de Daily Planet, is dat het beste online-magazine dat er is. Ik heb voor de morgeneditie gekozen, waarin onder meer alle krenten uit Washington Post, New York Times en nog enkele andere gerenommeerde nieuwsbronnen worden opgelepeld. Wat die daar zelf van vinden, weet ik niet en dat zoekt Slate maar uit.
Met dat abonnement had ik echter nog geen inspiratie en dat gedoe over Gates, Microsoft en die zich alsmaar voortslepende hoorzittingen begint me een beetje de keel uit te hangen. Het zal wel. Als alles in 2002 of zo achter de rug is, komt er snel een mooi boek over en dat lees ik dan wel. Wie weet zitten we tegen die tijd allemaal achter een Linux-machine, terwijl de nieuwe transparante G3 Mac’s er zowel lollig als veelbelovend uitzien.
D’r is trouwens een ander leuk proces bezig in Californië. De moeder van een vroegwijze kid van 12 eist dat de plaatselijke bibliotheek filter-software installeert op alle pc’s die voor het publiek toegankelijk zijn. Dat nadat zoonlief na een woensdagmiddagje internetten in de bieb met een flop vol porno thuiskwam.
Maar verder was het dat wel met het internetnieuws van de eerste week van 99, zodat ik nog steeds niet lekker op gang kwam. In dat geval neem ik als laatste redmiddel eens een kijkje in onze eigen digitale archieven, BRS/Full Text Retrieval for VAX/VMS. Is alweer bijna veertien jaar in gebruik hier, maar het blijft in mijn ogen onvolprezen en onovertroffen. Wat ik voor de ingebruikneming in 1985 heb geproduceerd, staat nog wel ergens op microfiche, maar alles wat ik ooit daarna geschreven heb, wordt door EVA, zoals het in de wandelgangen heet, binnen luttele seconden opgehoest. Ik wilde dat al die zoekmachines op internet zo snel en handklaar werkten als EVA.
Ik ga in EVA naar de database STEO, waarin verhalen van De Stem voor de fusie opgeslagen zijn. Daar tik ik krijnen.au. in, waarmee ik aan het systeem vraag om een lijst te maken van teksten die onder die auteursnaam zijn opgeslagen. Doe ik ‘krijnen.au. and interface’, krijg ik keurig een complete listing van alle interfaces die ik geschreven heb. Een wat blijkt? Vier jaar geleden, op zaterdag 14 januari, verscheen de eerste. Ha, leuk, eindelijk een kapstok om, even in EVA kijken, nummer 193 op te hangen.
Ik hoop dat mijn hoofdredacteur meeleest, want het is een aardig gemiddelde. Dat komt natuurlijk omdat ik als internetjunk de eigenaardige gewoonte heb om zo’n laptop mee te sjouwen op reis omdat ik het gewoon leuk blijf vinden om ook dan stukkies te tikken.
Waar ging die allereerste over? Ik had mijn eerste Compuserve-aansluiting al, maar omdat ik toen nog maar weinig gewend was, was ik daar kennelijk tevreden mee. De ergernis daarover kwam toen tenminste nog niet aan bod, maar dat zou later ruimschoots goedgemaakt worden. ‘Dos for Dummies’ kwam al wel aan de beurt en met alle volgende boeken uit die serie is het daarna alleen maar beter gegaan.
Ik had het verder over een e-mail-listing voor nieuwkomers, waarop je je kon abonneren, onder de naam ‘newbienewz’. Die bestaat niet meer, zo laat een enkele zwarte pagina op de site weten, als een grafsteen in cyberspace. En ik schreef iets over een Amerikaanse winkel waar je je bruiloftsfoto’s in kon laten scannen als je gescheiden was, waarna ze in PhotoShop keurig je ex verwijderden. Die zal intussen ook wel failliet zijn, want tegenwoordig koop je voor honderd gulden een werkende scanner en zijn er maar zat fotobewerkingsprogramma’s die ongeveer hetzelfde kosten.
Een vooruitziende blik had ik, want de PTT als provider, die dat in januari 95 zelf trots aangekondigd had, daar had ik zo mijn bedenkingen over. Intussen is dat HetNet helemaal niet wat het zou moeten zijn, heb ik het idee. We krijgen hier tenminste nogal eens wat mailtjes van HetNetters die klagen dat zie niet bij ons of een andere site kunnen komen, terwijl wij daar helemaal niets aan kunnen doen. Wend u tot HetNet en vraag of ze gewoon het échte internet voor jullie opengooien, of neem een echte provider.
Het leuke van zoeken in EVA is dat je ook altijd verhalen tegenkomt die je niet gezocht hebt, maar die verrekte interessant blijken te zijn. Zo kwam dit keer op dat zoekwoord ‘interface’ ook een recensie over Windows 3.01 mee, van mei 1992. Da’s lachen: ‘Windows 3.1 vreet wel enorm veel ruimte. Negen megabyte soupeert het nieuwe programma als je alles wat erin zit, installeert!’. Let op dat uitroepteken: die astronomische negen megabyte! Dat zijn er tegenwoordig minstens een paar honderd, als je tenminste een uitgeklede Windows ’95 of ’98 draait.
Maar toen liep ik dan ook nog met een Tandy 200 onder de arm, waar nog geen megabyte geheugen in zat. Dat ding werkte wel twintig volle uren op vier penlight-batterijtjes van anderhalf volt. Maar ik zou liegen als ik zou beweren dat ik mijn state-of the art Toshiba Tecra in zou willen ruilen voor die Tandy.
Zo is het ook weer niet. Hoewel dat state-of-the-art ook wel meevalt, want Tecra is alweer bijna drie jaar oud. Dat ‘bijna’ was mazzel, want de beste reden om me voorlopig bij Toshiba te houden is wat me in de laatste week van het jaar in Eindhoven overkomen is.
Daar zit één van de officiële Toshiba-service centers en die heeft me keurig uit de brand geholpen. Er was iets met het ding waardoor constant het beeld begon te trillen of het hele systeem onderuit ging. De ellende was dat-ie het soms wel en soms niet deed. Afgelopen april had-ie al een week bij een ander service-center in Rotterdam doorgebracht, maar daar voelde hij zich kennelijk thuis, want ze konden niks vinden. Wel een vette nakijk-rekening, want volgens die Rotterdammers was de garantie verlopen en de sufferd die ik was, geloofde ook dat er maar een jaar op zat. Het garantiebewijs? Eh, ja, waar zou dát nou zijn?
Omdat ik binnenkort weer wat ga reizen, haalde ik het apparaat pas begin december weer uit de kast en al in de eerste sessie begon het gedonder opnieuw. Wat nou? Die daar aan de Maas hadden niks kunnen vinden, dus maar eens even op het net gekeken of er een ander service-center in de buurt zat. Zo kwam ik in Eindhoven terecht. Daar hadden ze om te beginnen tijd om naar mijn uitleg van het probleem te luisteren, waarna ze het vermoeden uitspraken dat er óf een breukje in de grafische kaart zat, óf dat het TFT-scherm kapot was.
‘Dat wordt dan een dure grap’, veronderstelde ik, in de wetenschap dat alleen zo’n Toshiba TFT-display iets van drieduizend piek ex btw kost. ‘Valt wel mee’, was het antwoord van de medewerker nadat die een blik op het serienummer geworpen had. ‘Er zit drie jaar garantie op deze machine, dus als hij destijds via Toshiba Nederland ingevoerd is, kan ik de reparatie daar claimen’. Die belofte werd waargemaakt. Vier dagen later kon ik mijn machientje weer ophalen, met een zwartglanzend nieuw scherm erop, lopend als een tierelier. Een boze brief naar Rotterdam is in de maak en voor de zekerheid gaat er een afschrift naar Toshiba Nederland. En voortaan zal ik beter op mijn garantiebewijzen letten.