Omdat ik al 30 jaar, zolang de zon schijnt, in dezelfde Kever rond rij, wordt verondersteld dat ik een VW fanboy ben. Dus worden er nu vragen gesteld en grappen gemaakt over mijn VW verslaving.
Ten onrechte, want ik heb helemaal niks met nieuwerwetse Volkswagens, al kijk ik af en toe wel eens stiekem, met een scheef oog, naar de nieuwste Beetle. Met de ronde klassieke vormen van mijn boy toy, maar met een modern en zuinig hart. Sneller en minder vervuilend dan mijn pruttelende en rokende boxertje.
Dacht ik. Dacht u, dachten we allemaal.
Niet dus, althans niet zo schoon en zuinig als ons altijd voorgespiegeld is. Wat stom van VW om vals te spelen.
Omdat de whizz kid die het geprogrammeerd heeft, al dan niet met kennis en toestemming van hogere echelons, één ding zeker had moeten weten: dat het uitkomt.
Ik zou er niet van staan te kijken als nu snel gaat blijken dat er nog veel meer autobouwers dat soort strapatsen uitgehaald heeft.
Ik hoop het, alleen maar omdat er dan wellicht eindelijk een eind komt aan de idioot lage en in de praktijk onhaalbare verbruikscijfers die door álle fabrikanten gepresenteerd worden.
Waarden die je in de dagelijkse praktijk alleen maar bergaf met wind mee haalt, zonder gas te geven of te remmen.
Cijfers waarop de overheid die karren ruimschoots subsidieert, zonder rekening te houden met de praktische realiteit.
Met hybrides die als warme broodjes over de toonbank gaan, omdat ze op jaarbasis tienduizenden euro’s goedkoper zijn. In belasting op de aanschaf, fiscale bijtelling en wegenbelasting.
Terwijl ze ‘s morgens amper de eerste de beste hoek halen op de elektrieke motor, waarna de diesel het overneemt.
Terwijl VW tot nu de boel besodemieterde, heeft de overheid nog steeds boter op het hoofd.