Krijnen.Com Krijnen.Com

Weg met die bomen!

Tegenwoordig kan een gemeente nog geen tak van een boom zagen zonder een opstand te veroorzaken. Of moeten er voor ieder boompje dat om noodzakelijke redenen gerooid wordt, minstens twee nieuwe exemplaren geplant worden. Dat is mooi, maar vroeger werd daar anders over gedacht.
Te zien op deze foto die Hans Chabot in december 1959 gemaakt heeft van het rooien van de bomen in de Van Goorstraat. Hans heeft deze foto een meter of vijftien van mijn voordeur gemaakt, met zijn rug naar het pand we nu 34 jaar wonen. Tot december 1959 een lommerrijke straat, met mooie bomen. Daarna niet meer, en de straat vond het helemaal prima. Sterker nog: het rooien leidde tot een boze ingezonden brief, van ene meneer Peters, die op nummer zestien woonde, kennelijk namens een aantal medebewoners.

Hij was woedend omdat ie van de houthakkers gehoord had dat er slechts aan één zijde gerooid werd, en dat het daarbij blijven zou. Terwijl die bomen in net zo’n slechte staat zouden verkeren als de exemplaren die omver gehaald werden.

Meneer Peters: ‘Wat voor ergernis de bewoners van die bomen hebben is meer dan bar. Donkere en ook vochtige huizen, een ongelijke weg, met regen altijd spiegelglad, vuile ramen door druipende bomen en dan nog de nodige bladeren.

Een dame uit onze straat heeft haar heup gebroken tengevolge van de gladheid door de natte bladeren, nu 7 jaar geleden en is tot heden nog niet hersteld. Nu men toch bezig is bestaat de mogelijkheid dan niet dat de andere rij bomen eveneens gerooid wordt?’

Of ie zijn zin destijds gekregen heeft is me niet helemaal duidelijk. Er staan nog een paar exemplaren, maar gezien de dikte zou dat latere aanplant kunnen zijn. Intussen prijs prijs ik me gelukkig dat de enorme lindeboom bij ons op de hoek is blijven staan. Ook al vervloek ik hem in het voorjaar weleens, als de lindebladluizen weer honingdauw pissen. Die honingdauw wordt meteen daarna aangetast door roetdauwschimmels, waardoor het vernevelde spul in een zwarte plakkerige massa verandert. Auto’s slaan zwart uit, en je blijft met je zolen aan de straatstenen plakken. Tot het regent, want dan spoelt het snel weg, dus een groot probleem is het nou ook weer niet. Dat kon meneer Peters destijds niet bommen: weg met die klotebomen!



Parkeerproblemen hier in de straat bestonden toen nog niet. Terwijl ze aan het rooien zijn staan er twee auto’s, waaronder een mooie Humber Hawk, met kenteken NT-60-28, dus van 1952. En ook op de kleurenfoto van ruim tien jaar later, is er plek zat, met onze geliefde linde links in beeld. Maar vanaf 1972 begon het Nederlandse wagenpark te exploderen. Op de foto’s die Guus Ruijgers, die toen op de hoek van de Vierwindenstraat woonde, in de tweede helft van dat decennium maakte, is het qua parkeren werkelijk een ongelooflijke puinhoop in de straat.

Daarom prijs ik me niet alleen gelukkig met de overlevende linde, maar ook met het vergunningensysteem, de boa’s en de scanauto.


Foto’s: Hans Chabot, Teddy Post, Guus Ruijgers, Stadsarchief Breda, Facebook: /Léon Krijnen

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.