Krijnen.Com Krijnen.Com

Rijtuigmaker Van Son

Ik ben niet de enige die vorige week verrast opkeek, toen ik in de regen door de Boschstraat reed, en naast De Beyerd boven de pui van de buren de tekst ‘A.A. van Son, Rijtuigmaker’ zag staan. Hans Simons wees me er ook al op, en Marcello van Londen had hem ook gezien.

Hoppakee, daar gaan we weer de archieven in. In het archief in mijn bovenkamer doken als eigenaren en uitbaters van het pand alleen maar de laatste twee op, maar natuurlijk zijn er tientallen meer geweest. Voordat de Dames Pellens het pand betrokken, zat er een paar decennia de ‘Hobby Elektronika” van Klaas en Vera Reichardt. Ik gebruik nog steeds de striptang die ik er begin jaren tachtig gekocht heb, dus ze leverden kwaliteit.

Op dit moment is er een ingrijpende verbouwing bezig, volgens de website is ‘Restaurant Pellens’ vanaf 14 januari 2024 weer open. Of ze dat halen, dat zien we dan vanzelf, maar er is zo te zien nog het een en ander te doen. Over de geschiedenis van het pand in de jaren vijftig en zestig heb ik niets kunnen vinden. Maar verder terug wel, via het Stadsarchief, de Rijksdienst Cultureel Erfgoed, en zowaar ook het West Brabants Archief. Daar kwam ik twee foto’s van Piet de Jongh tegen die ik niet eerder gezien had, omdat fotograaf Ben Steffen erin geslaagd is om zowel de achternaam van Piet als zijn café verkeerd te spellen. Het zijn twee foto’s van Piet in de kelder van de Beyerd. Dat is mooi, want met die kelder is iets raars aan de hand. Piet heeft me vroeger weleens verteld dat er een stuk kelder van de buren onder De Beyerd ligt, en alle barkeepers zullen dat wel weten. Als ze er kwamen om vaten aan te sluiten, of stagiaires in te wijden – meer vertel ik daarover niet.

In de beeldbank van RCE heb ik zowaar een bouwtekening, die door P. van Beveren op 18 november 1986 gemaakt is. Die rare hoek staat er ingetekend: ‘kelder met tongewelf’. Het pand is dus een Rijksmonument, id 10107, omschreven als ‘Huis onder rood schilddak en met witgepleisterde lijstgevel waarin segmentvormig overtoogde vensters’.

Naar mijn berekening zijn de letters die nu opgedoken zijn, minstens 153 jaar oud. Of nog een stuk ouder; op 18 juni 1854 stond er een advertentie in de Bredasche Courant, waarin rijtuigmaker H. van Son in de Boschstraat ‘een moderne tent of mandenwagen, goed voor een of twee paarden’ uit de hand te koop aanbiedt.

Met dank aan Boeroeng Biroe, die voor ons in de genealogische bronnen gedoken is, weten we nu dat H. Hendrik was, de vader van A.A., en dat is Arnoldus Adrianus. Dus wie weet heeft de letterschilder later in opdracht de H. door A.A. vervangen.  
Arnoldus van Son, smid en rijtuigmaker, was volgens de adresboeken vanaf 1870 de ‘wijkmeester’ van de straten Beijerd, Pasbaan en Houten Tentjes. Hij woonde toen op Boschstraat A575, dus voor de nieuwe straatnummering werd ingevoerd. Na 1881 kan ik hem niet meer vinden.
Op 17 juli 1897 besloot de gemeenteraad van Breda een nieuwe huisnummering in te voeren. De huizen werden voortaan genummerd per straat, rechts (gezien vanaf de Grote Markt) de even en links de oneven nummers.

Tussen de tekst ‘Van Son Rijtuigmaker’ en voordat die weggewerkt werd, en er drie bakken met geraniums hingen, heeft er nog een andere tekst gestaan: ‘Koloniale Waren’, te zien op een glasnegatief uit omstreeks 1915. In die tijd was winkelier Verpalen, aan de adresboeken te zien vanaf 1895, de eigenaar van het pand. Maar op het venster van de etalage staat A. Levie, waarschijnlijk had Verpalen het pand aan hem verhuurd. Er woonden meer Levies in de Boschstraat, waaronder de slager op 91, het pand waar lampenwinkel De Moriaan in zit, naast Café De Bossche Poort.

De meeste, of alle Bredase Levies, zijn vermoord door de nazi’s. Yad Vashem lepelt voor Breda 17 maal de achternaam Levie, en 13 maal iemand die  met een Levie getrouwd was. Meer onderzoek zou kunnen bepalen of er voor Boschstraat 24 en 91 ook Stolpersteine gelegd zouden kunnen worden.

Boven het pand, op nummer 24a, heeft kortere of langere tijd een bonte verzameling bewoners doorgebracht. Waaronder, ik pak er maar één, klokkenist Petrus Oomen, als zodanig in dienst van de Gemeente Breda. Voor een jaarwedde van om en nabij de 300 gulden. In 1911 wordt in de gemeenteraad gevraagd of het misschien mogelijk is om boven in de toren van de Grote Kerk een gaskachel te plaatsen, omdat Petrus daar bijna sterft van de kou. Het antwoord van het college: ‘We betwijfelen of het mogelijk is om het gas zo hoog aan te voeren.’

Volgens Hans Simons, die de eigenaar van Pellens gesproken heeft, is die van plan om de tekst te handhaven. Ha, eindelijk iemand met besef en hart voor de historische zaak. Chapeau!

En nu we toch in die hoek bezig zijn: aan de overkant, op nummer 23, zit nu eethuisje Fransjepan. Die hebben daar een markies bevestigd, zo’n klassieke zonwering. Pal onder de ramen op de eerste verdieping, waardoor het prachtige gevelsteentje vanaf de straat niet meer zichtbaar is. Gelukkig wel vanaf het terras, en het blijft er lekker droog, zodat het katertje rustig door kan slapen.  

Fotos’: Stadsarchief Breda en Beeldbank RCE

| Facebook: /Léon Krijnen | Facebook: /Oud Breda | Facebook: /Breda |

One thought on “Rijtuigmaker Van Son

  1. Diego Van Beek

    Geweldig artikel Leon! Dankjewel voor de historische info.

    Reply

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.