Zondag 9 juli 1978, Xaveer wordt binnengehaald nadat hij de winnende homerun tegen Twins geslagen heeft. Van links naar rechts, sommigen half zichtbaar, Martin de Vetter, Ronald Heyligers, Cees Ebbing, John van der Klift, Xaveer Obbens, Janhenk van Berkel, John Michielsen, Ossie Dalnoot, Ruud Dom en Elgin Juddan. Foto Johan van Gurp, Dagblad De Stem, Stadsarchief Breda.
Xaveer Obbens (Katwijk aan Zee, 19 juli 1942 – Breda, 9 december 2023)
Dit zijn onze herinneringen aan Xaveer, zoals door mij en Janhenk van Berkel eerder deze week verzameld. Gistermiddag zo ongeveer door Janhenk uitgesproken bij het bomvolle afscheid. Net zo druk als na de thuiswedstrijden van vroeger, in die oude, oergezellige houten kantine aan de Molengracht, jaren zeventig en tachtig.
Xaveer was een van de oervaders van het Bredase honkbal. Met zijn ouders, broers en zus in 1959 van Haarlem naar Breda verhuisd. Daar werd hij een van de oprichters van de Eerste Bredase Honkbal Club bij EBHC, om een paar jaar later naar Jeka te verkassen. Omdat hij daar ook voetbalde, in een team met een paar andere honkballers, Fred Blauw, Loek Brugman, Charles van der Meijs. Ik meen dat mijn gewaardeerde vrienden Eugene en Cees Loomans, in de ’60s en ’70s in hetzelfde team gevoetbald hebben.
In 1971, bij de fusie van EBHC en Jeka, kwamen ze allemaal weer in hetzelfde team terecht. Ze staan allemaal op die ene teamfoto, waar wijlen Loek Brugman die levensgrote tekening van maakte, die nu nog aan de kantine van het huidige complex hangt aan het Langveld hangt. Van dat team, waar ik ook bij sta, is nu op een na de helft in de hemel aan het ballen. Of misschien de helft, want het spoor van Arthuro Hunte zijn we na zijn terugkeer naar de Antillen bijster geraakt.
Begin jaren zestig waren er heel even vier honkbalclubs in Breda; EBHC, Jeka, Red Sox en Velocitas, het team van de Koninklijke Militaire Academie. Red Sox verdween na drie jaar van het toneel, Velocitas speelde alleen was losse wedstrijden in de Randstad, EBHC fuseerde in 1971 met Jeka.
Overigens heeft Jeka in 1967 nog één seizoen, in najaar en winter van 1967, deelgenomen aan een volleybalcompetitie. Dat Xaveer hoog sprong denk ik niet, maar een linkse aanvaller is nooit weg bij volleybal; daar worden de blokkeerders aan de andere kant van het net gek van.
In het vaderlandse honkbalwereldje kennen ze Xaveer allemaal, in Breda, in Oosterhout, Tilburg en Eindhoven, in Rotterdam, en op het bondsbureau in Haarlem. En op de Antillen, waar ze warme herinneringen aan hem koesteren. En wij aan hen, aan Arthuro, Chico, Edsel, Elgin, Han, Frank, Morris, Ossie, al die vele vrolijke vrienden van toen.
Xaveer was niet alleen speler, maar ook trainer en coach van Jeka, en van Twins. Hij was de onmisbare wedstrijdsecretaris. Die aan de hand van de schema’s van de bond opstellingen, aanvangstijden, scheidsrechters en beschikbare velden in elkaar puzzelde, en de chauffeurs voor de uitwedstrijden indeelde. Die zorgde dat er voldoende ballen en knuppels waren, body protectors, scheenbeschermers, sleutels, consumptiebonnen voor de scheidsrechters.
Toernooien en trainingskampen, mix en veteranen, als Xaveer het geregeld had, dan was het geregeld, tot in de puntjes. Hij had een wonderbaarlijk geheugen: hij kende alle telefoonnummers, van clubs en secretariaten, van spelers en scheidsrechters, uit zijn blote hoofd.
In de jaren zeventig en tachtig werd bij hem op de zolder aan de Bavelselaan iedere zondagavond de weekberichten en het clubblad geschreven en gestencild – zo ging dat toen.
Xaveer stond op met Jeka, en ging naar bed met Jeka. Waar zijn levenslange liefde Anja vaak eerder in lag dan hij, omdat hij nog even iets moest regelen. Of iemand bellen – natuurlijk uit zijn blote hoofd.
In 1997 nam Xaveer na 38 jaar afscheid van Jeka, waarbij hij door de voorzitter van het district Zuid van de KNBSB gehuldigd werd en door de club tot erelid voor het leven benoemd werd.
Hij had een groot gevoel voor humor, en hield van een mooie roddel op zijn tijd. Maar hij kon er ook goed tegen als ie zelf voor de gek gehouden werd, waarop hij steevast lachend reageerde met ‘Klont’, of ‘Lul!’
Zoals eerder dit jaar nog, toen hij zijn elektrische fiets, die een beetje piepte en kraakte onder zijn riante lichaamsbouw, op zondagmorgen voor een paar andere ex-honkballers in het Ulvenhoutse Bos fietste.
Janhenk kon het niet laten om een keihard ‘Psssssssst’ te doen, een lekke band nabootsend. Het resultaat was boven verwachting. Na een paar luidkeelse krachttermen: ‘Ik zei verdomme toch dat we niet het bos in hadden moeten gaan!’. Toen hij erachter kwam dat zijn band helemaal niet lek was, lachend: ‘Lul!’.
Het hele gezin, dat supertrio, Xaveer, Anja, Monique, stond in het teken van Jeka. Die liefde bleek een keer niet onvoorwaardelijk. Toen we zo rond de twintig, nog strak lenig van lijf en leden, vol hormonen, de wens uitgesproken hadden dat Anja onze vaste masseuse zou worden. Het veto was duidelijk: ‘Zijn jullie helemaal gek geworden? ‘Dat gaan we niet doen!’
Mijn favoriete foto van Xaveer is die waarop hij over de uitgerolde rode loper op de thuisplaat feestelijk ingehaald wordt. Het is zondag 9 juli 1978 en hij heeft net de winnende homerun geslagen. Ook nog tegen onze favoriete vijanden, Twins. Dat ie daar vanaf 1982 ook nog een paar seizoenen trainer-coach is geweest, die jeugdzonde hebben we hem allang vergeven. Prachtig, die foto met die Oosterhoutse koppies op onweer.
Dat was een hele slecht dag voor wijlen de net zo onmisbare als legendarische terreinknecht Willem Kruijt van Twins, die op een van de foto’s van die wedstrijd als toeschouwe bij de dugout naast het derde honk zien staan. Niemand in Oosterhout had een nóg grotere hekel aan Jeka dan Willem, bij zijn overlijden lid in de Orde van Oranje Nassau en erelid van Twins.
Nog mooier was die homerun uit tegen NADO, op die net zo goede als arrogante pitcher, die iedereen haatte. Op de mooist denkbare manier promoveerden we in Rotterdam, in het hol van de leeuw, naar de eerste klasse. In de negende inning van de laatste wedstrijd van een lang seizoen. Met twee man uit, twee punten achter, twee honken bezet, op volle bak, twee slag en drie wijd sloeg Xaveer die verre, legendarische homerun. Game over, kampioen en gepromoveerd.
Dat was de mooiste manier om bij elkaar te komen, struikelend, en boven op en over elkaar buitelend van vreugde. Samenkomen deden we gisteren met zijn allen nog één keer, maar nu met vreugde en verdriet. ‘Er mocht gelachen worden, ‘graag, dat zou Xaveer ook mooi gevonden hebben’ had Monique ons laten weten.
Dat hebben we gedaan. We sloten af zoals Xaveer dat altijd deed, als het even tegenzat in een wedstrijd. Vanaf het eerste honk als speler én coach naar de umpires roepend: ‘Scheids! Time!’ Met een paar grote stappen was hij bij de heuvel, met zijn armen een cirkel vormend: ‘Effe bij mekaar, mannen’.
Dat hebben we gisteren gedaan: ‘Effe bij elkaar’. Gevolgd door een daverend applaus. Om daarna op hem te proosten, en elkaar te troosten, in de bar van De Baronie op Zuylen, zowaar een mooi bruin café. En daarna in een ander bruin café, een kilometer verderop, Het Roode Hert. ‘Op het Doode Hert’, zeiden we, en Xaveer hoorden we weer in de lach schieten: ‘Lul!’
| Facebook: /Xaveer Obbens | Facebook: /Breda | Facebook: /Oud Breda |
Staand van links naar rechts Charles van de Meijs, Léon Krijnen, Berry Emmen, Xaveer Obbens (†), Arthuro Hunte, Ad Dijkers, Jez Looman, Dolf Hof, knielend van links naar rechts Han Christo (†), Janhenk van Berkel, Roland Heyligers (†), Fred Blauw (†), Bert de Bont (†) en Loek Brugman (†).